Koop je een pup? Dan ga je daarmee op cursus, je traint de hond en voedt ‘m op.  Een hond heeft een baas en luistert naar hem of haar. “Een kat daarentegen,” lacht Kees van Gils, “tja, die heeft personeel”. 

Door Maartje Bertens 

Voor veel klanten van de dierenspeciaalzaak is dat herkenbaar. “Katten zijn gehaaider, weten met hun manier van doen héél goed te duiden wat ze willen en gaan je paaien. Ze geven kopjes, miauwen en gaan door tot ze krijgen wat ze willen. Bij honden werkt dat anders. Zeg je tegen een hond: ‘Nu niet! In je mand!’. Dan kan Lobbes, Fikkie of Max je aankijken met die lieve reebruine ogen, maar hij of zij blijft tóch in de mand liggen en gehoorzaamd (in de meeste gevallen dan) de baas. Er bestaat geen ‘kittencursus’, een kat voed je niet op. Die doet, zoals we dat op z’n Gôols zeggen ‘z’n eigen’. Je hebt vaak typische hondenmensen en typische kattenmensen.”

Alfa van de groep
Anja Rijnen – Tuerlings is daarentegen zowel een honden- áls een kattenmens en behandelt beide diersoorten hetzelfde. “Ik stel mezelf op als de ‘alfa’ van onze groep, de leider. Ik regel de boel en ben de baas. Als je dat niet doet, dan heeft vooral een hond daar last van. Die gaat dan zelf de leiding nemen. Maar ook tegen onze katten ben ik streng. Ik grijp in en laat weten welk gedrag wel en niet kan.” Dat is in het huis van Anja ook wel nodig. Zij heeft samen met haar huidige man drie honden (twee Rottweilers en een kruising Herder-Rottweiler) en daarnaast dertien katten. 

Beestenboel?
Kees: “Anja heeft twaalf jaar Russische blauw, wit en zwart katten gefokt. Vooral witte en zwarte Russen zijn zeldzaam. Daarvoor moet je tegenwoordig ver in het buitenland op zoek.” Anja fokte de katten puur uit liefde. Ze hielt het dan ook bij één ras. Na het overlijden van haar man stopte ze met fokken. Hierdoor kwam er ook ruimte voor andere raskatten. Inmiddels zijn het er dus 13, bijna allemaal met een bijzondere (bijna niet uit te spreken) Russische naam. Anja: “Soms hebben mensen vooroordelen. Dertien katten? Dan zal het in huis wel stinken! Of ‘Dan accepteer jij zeker elke kat die je aangeboden wordt?’. Maar dat is absoluut niet zo.” “Elke kat heeft een eigen karakter. In een grote groep, zoals bij Anja, kan elke kat zichzelf zijn. Anja heeft bij de samenstelling van de groep dan ook erg goed gelet op ras, karakter en een match met de andere dieren. Ook heeft zij haar hele huis aangepast zodat elke kat genoeg ruimte, licht en vertier heeft.” vertelt Kees. 

Katten- en hondentaal
Katten en honden spreken een andere taal. Zwiept een kat met zijn staart? Dan is ie op jacht, alert en geprikkeld. Een hond die met zijn staart zwaait wil juist spelen. Het snuffelen van een hond wordt door katten vaak gezien als blazen. Kortom: een kat die nog nooit met een hond heeft samengeleefd, snapt de taal van de hond vaak niet en andersom. Groeien ze met elkaar op, dan leren ze elkaars taal begrijpen en/of nemen ze communicatievormen van elkaar over. “Dat zie je ook bij de honden en katten van Anja. Dat gaat onderling geweldig. De jonge Rottweiler reu van 2 jaar oud is stapelgek op de katten. Hij wordt regelmatig helemaal ‘opgepoetst’ door de katten.” 

Hoe zie jij jezelf? Ben jij een honden- of een kattenmens? Of ben jij, zoals Anja, een mix van beiden?